Aldegundiskapel
ALDEGUNDISKAPEL EN GEBEDSGROEP
Heilige Aldegundis, de patroonheilige van onze parochie, wordt aangeroepen als beschermheilige bij langdurige ziekten, waaronder de vreselijke ziekte kanker en sinds 2020 kunnen we daar ook corona aan toevoegen.
Na een lange voorbereidingstijd, waarin de plannen voor het realiseren van een Aldegundiskapel in onze parochiekerk goed werden doordacht, kon er uiteindelijk in het najaar van 2020 uitvoering worden gegeven aan het daadwerkelijk realiseren en inrichten van de Aldegundiskapel. Op zondag 31 januari 2021 werd de kapel officieel door Deken Varela ingezegend.
In de kapel kan een kaarsje worden aangestoken en is er ruimte voor een moment van bezinning en rust. Via de hoofdingang van de kerk is de kapel overdag dagelijks te bezoeken. Bidprentjes met het gebed van de H. Aldegundis en informatie over haar levensloop zijn in de kapel aanwezig.
Enkele vrijwilligers vormen een gebedsgroep en bidden voor de intenties die in het gebedenboek in de Aldegundiskapel zijn opgetekend. Ook in de H.Mis op de zondag wordt regelmatig voor de intenties van de Aldegundiskapel gebeden.
Jaarlijks wordt in het weekend rond haar sterfdag (30 januari) de naamsdag van de Heilige Aldegundis gevierd.
Iedereen die de Aldegundiskapel een warm hart toedraagt en de de kapel wil ondersteunen, kan een bijdrage overmaken op:
NL58 RABO 0131 0019 73 ten name van Parochie H. Aldegundis o.v.v. van ‘gift kapel’.
We danken allen die hebben bijgedragen aan de realisering van de kapel!
Namens de werkgroep,
Jan Peeters, emailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. tel. 077-4563443
Toos Leijsten, emailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. tel. 06-52535196
Kerk
Parochie Aldegundis
De parochie is toegewijd aan de heilige Aldegundis – een oude adellijke dame, die volgens de geschiedenis, in het jaar 630 geboren is in noord Frankrijk en gestorven is in 684 in een door haar zelf gesticht klooster in Maubeuge, dertien kilometer van haar geboorteplaats. Hier kunt u haar levensgeschiedenis lezen. Er zijn in Nederland maar twee parochies die "onder haar hoede" staan: Maasbree en Buggenum.
Pastoor/kapelaan
Sinds 22 november 2020 is pastoor-deken Wilson Varela in onze parochie verantwoordelijk voor de bestuurlijke zaken.
Kapelaan te Boekhorst draagt de zorg voor de parochies Baarlo en Maasbree.
Kerkgemeenschap
Onze Maasbreese kerkgemeenschap is, zo vinden wij, een vitale gemeenschap. Wij proberen hier in Maasbree met elkaar een stukje kerk te zijn: mensen die met elkaar meeleven bij lief en leed, mensen die in het weekend regelmatig samenkomen om de liturgie te vieren en mensen die buiten de kerk, waar mogelijk elkaar willen helpen.
Dekenaat
De parochie Maasbree behoort tot het dekenaat Horst-Helden. Dit bestaat sinds 1 mei 2012 en is ontstaan uit een fusie van het dekenaat Helden met het dekenaat Horst. Deken is Wilson-Varela.
Het dekenaat omvat de parochies van het oude dekenaat Helden: Helden, Egchel en Panningen, Meijel, Grashoek, Beringe en Koningslust en Maasbree, Baarlo, Kessel en Kessel-Eik. Daarnaast omvat het dekenaat de parochies van het oude dekenaat Horst: Horst Lambertus, Hegelsom, Melderslo, Meterik, America, Griendtsveen, Broekhuizen, Broekhuizenvorst, Grubbenvorst, Lottum, Meerlo, Swolgen, Tienray en Sevenum, Kronenberg en Evertsoord.
De samenwerking wordt aangestuurd via de Dekenale Raad. Deze is samengesteld uit afgevaardigden uit de kerkbesturen van de diverse parochies. Voorzitter is deken Wilson Varela. Maasbree wordt vertegenwoordigd door een lid van het kerkbestuur.
Maandelijks vergaderen de priesters in de pastorale vergadering onder voorzitterschap van de deken.
In het kader van deze samenwerking is door de kerkbesturen ook de afspraak gemaakt dat elke pastoor één dag in de week vrij zou moeten kunnen zijn.
Clustervorming
De parochies Maasbree, Baarlo, Kessel en Kessel-Eik vormen sinds 1 januari 2015 het cluster MKBE onder één gezamenlijk bestuur.
Kerkorgels
De kerk beschikt over twee orgels.
Boven op het oksaal staat een elektrisch pneumatisch pijporgel van de inmiddels opgeheven firma Vermeulen uit Weert, gebouwd in 1959. Het orgel (1148 pijpen) heeft als dispositie:
Hoofdwerk | Onderpositief | Pedaal |
---|---|---|
Prestant 8' | Wilgenpijp 8' | Subbas 16' |
Roerfluit 8' | Holpijp 8' | Octaafbas 8' |
Octaaf 4' | Prestant 4' | Bourdon 8' |
Fluit 4' | Blokfluit 4' | Koraal 4' |
Mixtuur 4st. | Octaaf 2' | |
Sesqiualter 2st. | ||
Scherp 3st. | ||
Solo trompet 8' |
Het pedaal is afgeleid van 2 unit registers. Daarnaast beschikt het orgel over de gebruikelijke koppelingen en speelhulpen. De stemming van het orgel heeft, in de winterperiode, sterk te lijden onder de manier waarop de kerk verwarmt wordt. In zeer korte tijd stijgt de temperatuur boven in het orgel waardoor er onzuiverheden tussen de twee aanwezige klavieren ontstaan. Het wordt bijna onmogelijk om op twee manualen tegelijk te spelen. Door de grote temperatuurverschillen in de winter zijn ook de membranen onderhoudsgevoelig. Voorts staat het instrument gedeeltelijk achter een boog, zodat de klankuitstraling in de kerk niet optimaal is.
Het klankbeeld van het instrument is overigens niet slecht voor orgels uit die tijdsperiode. Met name de trompet is fraai van klank.
Het Nieuwe orgel
In november 2001 is, na zorgvuldig onderzoek en afweging van alle belangen, besloten tot plaatsing van een nieuw specialistisch elektronisch instrument, te weten een orgel, van de firma "Johannus Orgelbouw b.v.", type MONARKE geheel naar eigen wensen gebouwd.
Dit instrument is vóór in de kerk geplaatst, en dient ter ondersteuning van de koorzang en volkszang indien de koren beneden zingen, op een speciaal daartoe ingerichte koorplek in een van de zijbeuken.
Dit nieuwe instrument is het eerste in zijn soort geplaatste orgel in de provincie Limburg. De gebruikte samples in dit orgel zijn van een hoog klanktechnisch niveau. Het ontwerp is authentiek van opzet en heeft een prachtige uitstraling in de ruimte. De uitgebreide dispositie en het klankbeeld is barok. Er is gekozen voor één klankconcept. Dus geen vermenging van stijlperiodes (bijvoorbeeld Romantiek/Barok).
Hoofdwerk | Zwelwerk | Pedaal |
---|---|---|
Bourdon 16' | Holpijp 8' | Prestant 16' |
Prestant 8' | Viola di Gamba 8' | Subbas 16' |
Roerfluit 8' | Vox Celeste 8' | Octaafbas 8' |
Salicionaal 8' | Prestant 4' | Gedekt 8' |
Octaaf 4' | Fluit 4' | Octaaf 4' |
Open fluit 4' | Quintfluit 2 2/3 | Fluit 2' |
Quint 2 2/3' | Woudfluit 2' | Bazuin 16' |
Octaaf 2' | Terts 1 3/5 | Trompet 8' |
Cornet IV | Sifflet 1' | Cornet 4' |
Mixtuur V | Kromhoorn 8' | |
Trompet 8' | Vox Humana 8' | |
Clairon 4' |
Het toucher van de houten klavieren is licht en direkt, met een duidelijk voelbare weerstand. De dispositie maakt het mogelijk om vele werken origineel te registreren en laat ruimte om te experimenteren en meerdere registratie mogelijkheden op één werk toe te passen.De klankuitstraling komt natuurlijk en evenwichtig over.
Het is een goed alternatief als men niet de middelen heeft om een mechanisch instrument te plaatsen. Natuurlijk, een mechanisch instrument is voor de eeuwigheid en van een onbetwistbare schoonheid. Bovenstaand instrument wordt gegarandeerd 30 jaar functioneel gehouden. Daar staat dan tegenover dat de aanschafprijs een fractie van de prijs van een klein mechanisch instrument is.
Meer informatie vindt u op de site van Johannus orgelbouw: www.johannus.com
H. Aldegundis
Bovenaan de website staat het 'logo' van onze parochie. Het is een afbeelding van de H. Aldegundis, de patrones van onze parochie (630-684). U ziet haar als abdis van een kloostergemeenschap (staf en boek), een duif 'omsluiert' haar hoofd met hoofddoek (zuster).
De afbeelding van de krab herinnert haar als patrones tegen kanker.
Onderstaande levensbeschrijving is een gedeeltelijke overname uit het boek "ALDEGUNDIS IN BEELD", een uitgave bij gelegenheid van het internationale Aldegundisfeest van 28 mei tot en met 5 juni 1994 te Buggenum.
Haar geboorte en jeugd
Aldegundis werd in 630 in Cousolre (N.Frankrijk) geboren en stierf op 30 januari 684 te Maubeuge in het door haar zelf gestichte klooster.
Haar roeping
Reeds als kind ontstond bij Aldegundis de wens de wereld te verlaten en in het klooster een godgewijd leven te leiden. Ze schijnt hierin zelfs door bovennatuurlijke verschijningen versterkt te zijn. De H. Petrus en Christus zelf zouden haar verschenen zijn, om haar te onderrichten, te troosten en te sterken.
Hoe dan ook, het is duidelijk dat we bij dit opgroeiende meisje te maken hebben met iemand die haar weg duidelijk kende en met standvastigheid volgde. Haar verlangen werd door de ouders echter niet ernstig genomen. Met hun hoge stand, macht en rijkdom wensten zij minstens een schoonzoon uit de landadel, die de erfenis en traditie van hun huis kon voortzetten.
De latere legende introduceert hier de persoon van de Engelse koningszoon, prins Eudo, die wij waarschijnlijk als een populaire uitbeelding van de strijd tussen ouders en dochter moeten zien.
Toen de moeder zelfs een datum vaststelde voor het huwelijk, vluchtte Aldegundis in een onherbergzame wildernis aan de rivier de Sambre, verborg zich in een armoedige hut en begon een hard bestaan als kluizenares. De ouders zagen nu hun fout in en lieten hun dochter vrij. Zijzelf trokken zich terug en leidden een leven van gebed, boete en weldaad tegenover de armen. Toen zij stierven liet de dochter hen in de kerk van Cousolre begraven waar nu nog hun gezamenlijke reliekschrijn bewaard wordt en hun portretten aan beide kanten van het hoogaltaar het beeld van hun heilige dochter flankeren. Zij worden daar beiden als heiligen vereerd.
Middeleeuwse biografen vertellen echter nog dat de pretendent Eudo na het bericht van de dood der ouders met zijn ruiters op het vasteland aankwam om een laatste poging te wagen de begeerde bruid te verleiden of zelfs met geweld te ontvoeren. Toen Aldegundis dit hoorde, vluchtte zij weer in de wildernis aan de Sambre, waar het water haar de weg versperde. In haar uiterste nood stelde zij zich onder de bescherming van God, maakte een kruisteken en begaf zich in het water. Haar vertrouwen werd beloond; twee engelen verschenen, namen haar onder de arm en geleidden haar met droge voeten naar de andere oever. De verbaasde Eudo gaf zijn plan op en keerde naar zijn land terug.
Haar lijden en dood
Tegen het einde van haar leven werd Aldegundis getroffen door een lange, smartelijke ziekte, die door latere auteurs is beschreven als kanker aan de rechterborst.
De meeste auteurs nemen als datum van haar dood de 30e januari 684. Haar lichaam werd eerst in Cousolre in het graf van haar ouders bijgezet, maar haar nicht en opvolgster Aldetrudis liet haar enkele jaren later overbrengen naar de crypte van de stiftskerk in Maubeuge.
Haar verering en relikwieën
Aardse resten van heiligen zijn in de katholieke kerk reeds vanaf het begin vereerd. Door een relikwie te bezitten geloofde men een bijzondere band tussen de heilige en de betreffende plaats te scheppen en zich op deze wijze te verzekeren van zijn of haar bescherming en tussenkomst.
Met de overbrenging van het lichaam van Aldegundis naar Maubeuge begon ook haar verering. De eerste plechtige verheffing van het gebeente vond plaats op 26 mei 1039, waarbij het lichaam in een houten schrijn werd geplaatst.
Op 6 juni 1161 vond met grote plechtigheid de tweede verheffing plaats door de aartsbisschop van Cambrai/Kamerrijk, in aanwezigheid van de aartsbisschop van Laon, van de graaf van Henegouwen en zijn gemalin en naar men zegt 40.000 gelovigen. Na een plechtige processie werd het lichaam geplaatst in een nieuwe schrijn uit zilver met rijke goudversiering.
Op 26 mei 1439 nam de wijbisschop van Cambrai/Kamerijk het besluit tot een derde verheffing. De relikwieën kwamen in een nieuwe waardevolle schrijn, die tijdens de plunderingen door de troepen van de Franse koning Lodewijk IX op 6 mei 1478 verbrandde. De geredde resten werden provisorisch bewaard tot ze op 16 juni 1503 in een zilveren schrijn, versierd met goud en kostbare edelstenen, werden geplaatst. Deze schrijn had acht medaillons met scènes uit het leven van de heilige. Dit kunstwerk viel in 1793 ten offer aan de Franse Revolutie. Na een 1100 jarig bestaan werd het Kapittel opgeheven en alle goederen geconfisqueerd, verwoest of weggesleept.
Een verontwaardigde menigte bemachtigde de reliekschrijn en de relikwie van het hoofd en droeg deze onder leiding van de pastoor in de parochiekerk van Petrus en Paulus. De pastoor nam de relikwieën uit hun houders en bewaarde ze in zijn woning. De relikwie van het hoofd zou naar Mons zijn gebracht, waar die spoorloos verdween zonder ooit terug te komen.
Op 26 juni 1808 volgde de vaststelling van de authenticiteit der relikwieën door de aartsbisschop van Caimbrai/Kamerijk en werden deze in een vergulde houtschrijn bijgezet.
De zwartste dag in de geschiedenis van de relikwieën is ongetwijfeld 29/30 juni 1815 toen de Pruisen Maubeuge bombardeerden en een granaat de kerk trof. Ook de reliekschrijn uit 1808 verbrandde bijna geheel.
In 1824 legde men de verzegelde relikwieën met de as in een omhulsel van hertenleer en deponeerde ze in een nieuwe schrijn uit verguld koper, die de vorm had van een gotische kerk en in het midden van het dak een toren droeg. Het waardevolle van deze schrijn waren de acht reliëfs die dezelfde scènes voorstelden als van de schrijn van 1503.
Ook in de tweede wereldoorlog moest het ongelukkige Maubeuge een hard lot ondergaan. Op 16 mei 1940 ging bijna de hele stad in vlammen op. De deken van Maubeuge nam de relikwieën uit de schrijn en bracht ze buiten de stad. Eerst in 1960 werd een oproep aan de bevolking van de stad gedaan om te zorgen voor een nieuwe schrijn. De mensen brachten koperen kettingen, gouden trouwringen en zilveren voorwerpen. Het duurde echter nog tien jaar tot het werk in een moderne vorm voltooid werd door Felix Roulin. Sinds 30 januari 1971 rust daarin de relikwie van de H. Aldegundis. De schrijn is - samen met de sluier relikwie die dateert uit 1469 - uitgesteld in een zijkapel van de modern herbouwde kerk van Petrus en Paulus in Maubeuge.
De verspreiding van haar verering
De verering van de H. Aldegundis breidde zich vanaf 800 onder invloed van de Franken uit over het hele Frankische gebied, waar men kerken en kapellen onder haar bescherming stelde of alleen altaren aan haar toewijdde. Hierbij moeten we bedenken dat de Franken ook nog een aantal andere heiligen uit de vroege periode van hun geschiedenis vereerden zoals bijvoorbeeld de H. Martinus van Tours, die hoewel geen Frank, wegens zijn verdiensten voor de Frankische kerk langzaamaan tot Frankische nationaal heilige werd. Als men dat voor ogen houdt, kan men met recht zeggen, dat de meer dan 50 Aldegundiskerken een respectabel aantal zijn. De H. Aldegundis is een uitgesproken Frankische heilige. Niet alleen uit een familie van hoge Frankische adel voortgekomen, leefde zij ook in het oorspronkelijke Frankische vestigingsgebied en is daar ononderbroken vereerd. Waar we nu nog heiligdommen van Aldegundis tegenkomen, gaat het om Frankische stichtingen. Nadat het eens zo machtige rijk der Franken in de loop der geschiedenis uiteenviel in verschillende staten en naties, kan de H. Aldegundis er ons nog aan herinneren, dat wij Fransen, Belgen, Luxemburgers, Duitsers en Nederlanders eens een gemeenschappelijk verleden hadden.
De H. Aldegundis zou aldus een religieuze band kunnen zijn voor volkeren in het hart van Europa, die nu ook op politiek en economisch gebied verlangen een eenheid en gemeenschap te vormen.